Handsignalen

Onder water communiceren is een belangrijke vaardigheid want het kan tot heel wat verwarring leiden als je elkaar niet begrijpt. Met zogenaamde 'rebreathers' en vol-gelaatsmaskers is het tot op zekere hoogte mogelijk om met elkaar te praten. Maar de meesten van ons zullen het moeten doen met handsignalen en af en toe een krabbeltje een leitje (dat is een klein bordje met meestal een potlood waarop je onder water kunt schrijven)

Als je handsignalen gebruikt doe je dat wanneer de ander jouw richting uit kijkt. Als degene met wie je communiceren wilt niet kijkt, kun je eventueel zijn aanacht trekken door een geluid te maken. Je kunt bijvoorbeeld met een metalen voorwerp tegen je tank tikken. Degene die 'aangesproken' wordt reageert altijd terug met een signaal om aan te geven of hij of zijn het al dan niet begrepen heeft. Handsignalen doe je overdreven duidelijk. Als een duiker handsignalen onduidelijk, zeer traag of duidelijk de verkeerde signalen gebruikt, kan dat een indicatie zijn dat er iets mis is met die duiker.

Als je een nachtduik maakt, dan moet je ervoor zorgen dat je je zaklamp op je hand schijnt alvorens je een handsignaal maakt. Let goed op dat je niemand per ongeluk in zijn of haar ogen schijnt, want je beschadigt zijn of haar nachtzicht voor minimaal enkele minuten! Je kunt 's nachts de aandacht van je buddy trekken door de lichtstraal van links naar rechts te bewegen voor de buddy cq. in diens gezichtsveld.

 

Basis signalen

Ben jij OK?

Ik ben OK!

OK aan de oppervlakte

 

Stop, wacht hier
Langzamer, rustig aan (beweeg hand een paar keer rustig op en neer)

 

Blijf op deze diepte.
(beweeg hand van links naar rechts)
Naar boven
Naar benenden

 

Blijf dicht(er) bij elkaar
Ga iets verder uit elkaar
Jij leidt, ik volg

 

Waar is jouw buddy?

 

Jij
Ik
Kom hier. Kom terug.

 

Alarm signalen

(Ik ben) niet OK, er is iets mis.

(roteer je hand een klein beetje op en neer en wijs daarna de het probleem aan, bijvoorbeeld het masker of je oor)

Ik heb geen lucht meer
(beweeg de hand langs je hals een paar keer op en neer)

 

Alarmeringssignaal aan de oppervlakte: er is iets aan de hand! (zwaai uitbundig)
(Ik heb) kramp (bal je vuist en wijs dan naar de plek waar je kramp hebt)
Ik heb last van stikstofnarcose! (draai je wijsvinger in cirkels)

 

Ik heb het koud (beweeg je handen op en neer over je bovenarmen)
Ik ben buiten adem (Beweeg je handen van en naar je borstkast)

 

Lucht gerelateerde signalen

Hoeveel lucht heb je nog? (Kijk op je meter!)
Antwoord voorbeeld 1:
50 Bar, daarna 20 Bar = 70 Bar
(Altijd afronden op hele tientallen)

 

Hoeveel lucht heb je nog? (Kijk op je meter!)

Antwoord voorbeeld 2:
2 x 50 Bar, daarna 30 Bar = 130 Bar
(Altijd afronden op hele tientallen)

 

Op reserve of 50 Bar
Twee keer = 100 Bar
Alternatief signaal voor 100 Bar

 

Diepte en tijd gerelateerde signalen

Opstijgen tot een bepaalde diepte. Daarna de diepte aangeven. Hier 6 meter.

 

Afdalen tot een bepaalde diepte. Daarna de diepte aangeven. Hier 10 meter.

 

Tijd
Stop 3 minuten op deze diepte

 

Richting gerelateerde signalen

Daar (-heen)
Naar huis/ terug
Ik weet het niet (haal je schouders op)

 

Training gerelateerde signalen

Kijk, let op.
Naar mij
Ik heb de leiding
(Sergeant strepen op de mouw)

 

Dieren

Schildpad (draai de duimen rond)
Grote rog (wapper vingers als een grote rog)
Aal of murene

 

Kreeft
Hamerhaai

 

Haai
Schorpioenvis

 

Overige signalen

Niet aanraken (wrijf met de bovenste hand verschillende keren over de vingers)
Boot